Siamees roodoog

De tamme rat kent eveneens de uitmonstering siamees. Het is vernoemd naar de bekende kattensoort, waar deze uitmonstering erg op lijkt: een gebroken wit dier met een donkere snuit en achterhand. Aan de basis van de siamese kleur ligt een verschijnsel dat acromelanisme genoemd wordt. De melaninekorrels bij deze kleur zijn gevoelig aan temperatuurverschillen. De intensiteit van de kleur hangt af van de omgevingstemperatuur: hoe kouder het is, hoe donkerder de kleur wordt. De delen neus, oren, voet en staart zijn het gevoeligst voor temperaturen en daarom zijn deze elementen donkerder van kleur. De siameze tamme ratten kunnen in de winter daarom ook donkerder en gevlekter worden.

De meeste siamese tamme ratten zijn gefokt op zwartbasis. Dit omdat "op agouti basis" minder mooi van kleur zijn. Natuurlijk kan de siamese eigenschappen in alle kleurvarianten gefokt worden, maar van oorsprong is de point donkersepia en op zwartbasis geeft daarmee de mooiste contrasten waar.



Geschiedenis

In 1978 zijn drie koppels door Roy Robinson, de genetische adviseur van National Fancy Ray Society, geïmporteerd vanuit een Franse laboratorium. Deze ratten waren geelachtige capucijn van kleur met een onduidelijk getekende neus. Door selectie slaagden de Engelse fokkers erin deze variant te transformeren in de mooie siamezen die wij nu kennen.

In 1983 importeerde enkele Californische fokkers acht van deze siamezen inclusief andere mutaties zoals pearl, chocolade, rex etc. Vermoeden bestaat dat alle siamezen van deze lijn afstammen. In 1984 zijn de eerste siamese tamme ratten geshowd.

Door de mooie uiterlijk van de siamese tamme rat is daarna door Jan en alleman massaal siamees gefokt, zonder dat er veel op uiterlijk, karakter en gezondheid gelet werd. In de USA kregen ze daarom al snel een negatieve naam omdat er diverse exemplaren tussen zaten die agressief gedrag vertoonden en naast dat de uitmonstering en kleur minder mooi werden, kenden ze veel gezondheidsproblemen. Daardoor kregen de siamese tamme rat een slechte reputatie. De serieuze fokkers hebben de goede lijnen voortgezet en verbetert. De huidige exemplaren kennen nauwelijks problemen meer.

Beschrijving van de uitmonstering en eigenschappen

De opbouw van de agouti haren, die normaal uit drie fasen opgebouwd zijn, is geheel verdwenen. De beharing is vanaf de neus, snorharen, oren, poten, staartinplating en staart donkersepia van kleur. Daarna is er een overgang van gebroken wit tot wit. De ogen zijn helder rood van kleur.

Siamees ontstaat door de dubbele factor himalayan. Het himalayan gen is incompleet dominant aan het albino gen. Het gaat hierom een mutatie die op de c-locus ligt en in enkelvorm gecombineerd met albino (c) een himalayan oplevert. Wanneer van beide ouderdieren dit gen geërfd wordt, dan krijg je een siamees. De genetische notering is c(h). De 'c' geeft aan dat het op de c-locus ligt. De 'h' staat voor himalayan. De meeste siamese tamme ratten zijn op zwartbasis gefokt. Dit omdat dan de kleur mooier is. Wanneer je siamees met een agouti kruist, krijg je in eerste instantie allemaal agouti's eruit. Deze jongen dragen het himalayan/siamees gen c(h). Zou je deze jongen onderling kruizen, dan krijg je de kleur siamees terug. Kruis je een siamees met een albino, dan zijn de jongen 100% himalayan.

De genetische code van siamees is: c(h)c(h) / aac(h)c(h)



Bron: Belgische knaagdierenvereniging Rodent (op te houden te bestaan in 2005), artikel 'De geschiedenis van de Siamese rat'