Naar volgende pagina

De vacht van de tamme rat

De tamme rat beschikt over een volle harendek. Dit harendek wordt vacht genoemd. De vacht bestaat uit twee soorten haren: ondervacht en dekvacht. De ondervacht bestaat uit fijne donzige haartjes en heeft een isolerende werking. De dekvacht bestaat uit langere haren die dakpansgewijs over elkaar heen liggen. Door deze ligging is het waterafstotend en dat is niet alleen handig bij regenachtig weer, maar ook bij het zwemmen. De vacht geeft de rat bescherming tegen kou, maar ook tegen warmte. Tevens geeft de kleur van de vacht bescherming. Het is namelijk een zeer functionele schutkleur. De haren van een wilde rat bestaan uit drie kleuren. Het eerste stuk van het haar is grijs, het middenstuk is bruin van kleur en de toppen van de haren zwart van kleur. Het hele pallet samen zorgt ervoor dat hij in het wild nauwelijks opvalt.

Tamme rat wildkleurTamme rat agouti

Bij de tamme rat zijn er vele kleurmutaties, tekeningen, uitmonsteringen en haarvariaties ontstaan zoals chocolade bruin, blauw, cinnamon en zelfs siamees. De verschillende variaties kunnen met elkaar gecombineerd worden en leidt tot vele prachtige kleuren.

Werking van de kleuren van de vacht

Haren bestaan uit drie delen: buitenste laag bestaat uit haarschubben, daaronder bevindt zich de schors en centraal binnen het haar het merg. De buitenste laag van het haar, de schors, bevat het pigment. Dit wordt melanine genoemd. Elk haar heeft een eigen haarzakje, ook wel haarfollikel genoemd. De vorming en de groei vindt plaats in het haarzakje. Onder in het haarzakje zit keratinocyten. Keratinocyten zijn cellen die uiteindelijk keratine wordt. Dit is het levensloos materiaal waaruit het haar bestaat. In het haarzakje zit ook melanocyten. Melanocyten cellen maken melanine aan. Melanine is pigment en zorgt voor de kleur. Melanine wordt toegevoegd aan keratine. En dit bepaald de kleur van het haar.

Grafische weergave haarwortel Melanocyt maakt melanine aan. Dit gebeurt in speciale blaasjes in de cel, melanosomen genoemd. De aanmaak van celeiwitten en het transport hiervan vindt plaats in allerlei typen blaasjes. Een goede vorming van al deze blaasjes is dan ook zeer belangrijk voor het goed functioneren van de cellen in de verschillende organen. Verschillende eiwitten zijn verantwoordelijk voor de goede vorming en transport van deze blaasjes.

Melanine dat zich in de melanosomen bevindt kent twee soorten pigmenten. Het ene soort is eumelanine (bruin-zwart) en bevat donker pigment. Ander soort is phaeomelanine (rood-geel) en zorgt voor de variatie tussen geel en rood. De combinatie van eumelanine en phaeomelanine bepaalt de haarkleur. Wanneer je naar de dekhaar van een agouti rat kijkt, dan zien we dat het uiteinde van het haar zwart is, dan een deel bruin is en aan de basis grijs. De agouti patroon ontstaat omdat tijdens de groei van het haar er achtereenvolgens meer eumelanine, dan pheomelanine en dan weer eumelanine wordt gemaakt.

Wanneer het pigment aangemaakt is, bevindt het zich nog midden in de cel. Het pigment moet het nog naar de haarcel getransporteerd worden. Dit gaat via een meganisme dat je kunt vergelijken met transportbanden. Wanneer het aan de rand van de cel aangekomen is, wordt het melanosoom overgedragen op de keratinocyt, en dat wordt uiteindelijk keratine, het levenloos materiaal waar haren uit bestaan.

Bij de ontwikkeling van het melanosomen en het transport hiervan zijn verschillende genen betrokken. Wanneer door een mutatie één van deze genen beïnvloed of gewijzigd wordt, wordt het proces van pigmentvorming, transport van pigment, de overdracht aan het materiaal dat uiteindelijk haren wordt of de samenstelling van de twee soorten pigmenten verstoort. Kleurmutaties beïnvloeden dit proces. Eén van de bijzondere kleurmutaties is zwart. De mutatie zwart zorgt ervoor dat het meganisme dat ervoor zorgt dat een haar een agouti haar wordt, verstoort wordt. Het zorgt ervoor dat er een constante stroom van eumelanine aangemaakt wordt. Daardoor verdwijnt de agouti haaropbouw en wordt het haar egaal zwart van kleur. De meeste mutaties zorgen voor haperingen in het proces waardoor de kleur lichter wordt. Visueel geeft dit het grootste effect met zwarte pigmenten. We noemen dit dan ook wel verdunnen en de mutaties zelf worden verdunningsfactoren genoemd. Wanneer bijvoorbeeld door een mutatie minder eumelanine en meer pheomelanine gemaakt wordt, wordt de kleur van het haar geel.

Daarnaast zijn er nog twee genen bekend die het algehele processen in het lichaam regelen. Deze twee genen hebben ook invloed op de vachtkleur. Dit zijn mottled (gevlekt) en toxic milk. De eiwitten die door deze genen worden aangemaakt en aangestuurd, zijn betrokken bij het metabolisme van koper in het lichaam. Koper maakt deel uit van het enzym tyrosinase. Dit enzym zet animozuur om in pigment. Zonder koper kan er geen melanine gemaakt worden. Een bekende mutatie die voor een afwijking in het enzym tyrosinase zorgt, is albino. Albino zorgt voor dat het enzym tyrosinase inactief wordt. De haren worden daardoor geheel wit van kleur.

Je moet je realiseren dat deze zelfde genen eveneens betrokken zijn bij de vorming van andere celblaasjes en transport van andere celblaasjes, bijvoorbeeld voor de aanmaak en transport van stollingseiwitten. Bij verschillende kleurmutaties is ook geconstateerd dat er problemen zijn bij de bloedstolling. Een ander voorbeeld is de b-factor, ook wel bruin genoemd. Deze mutatie zorgt ervoor dat zwart pigment bruin wordt. Bij de muizen is geconstateerd dat deze mutatie eveneens voor vermindering van de longfunctie zorgt. Dit komt omdat een stofje dat door de longcellen geproduceerd worden, ook niet goed gaat. Een voorbeeld van een kleurmutatie die het transport beïnvloed, is blauw, of wel de d-factor (dilution). Door deze mutatie blijven teveel melanosomen in het midden liggen en het gevolg is dat de kleur zwart grijsblauw wordt.

Belangrijk is om te realiseren dat mutaties die zorgen voor een kleur verandering, vaak ook andere functies binnen de cellen beïnvloeden. En dit kan gepaard gaan met andere negatieve schadelijke gevolgen.

Verschillende haarmutaties

Bij de tamme rat zijn er verschillende haarmutaties opgetreden die de ontwikkeling van het haar beïnvloeden. Het gaat onder andere om rex, wavy, naakt, fuzz en harley. Haargroei kan op verschillende manieren beïnvloed worden. De haren zelf kunnen zachter en dunner worden waardoor ze niet door de huid kunnen komen, de haarwortel en ligging daarvan kan beïnvloed worden waardoor het haar scheef groeit. De tempo waarmee haren groeien kan beïnvloed worden waardoor de lengte anders wordt.

Bij de rex mutatie wordt het proces van de groei van de haren beïnvloed. Hierdoor worden de haren korter dan normaal. De haren zijn ook dunner van structuur. De combinatie van dit leidt tot krullend haar. Bij fuzz ontwikkelen de haarwortels niet goed. Dit komt door een dikke opeenhoping van hoorncellen. De haarschacht kan niet door de dikke hoornlaag komen. Echte naaktratten hebben een minder ontwikkelde thymus orgaan. En dit beïnvloed de haarontwikkeling.

Foto van een agouti tamme rat

De vacht van de tamme rat

Foto's van verschillende kleuren en variëteiten

Klik hieronder op de slideshow knop of scroll door de verschillende foto's om te zien dat verschillende kleurmutaties en andere mutaties tot prachtige variëteiten leiden.



Bronnen:

De biologie van haarkleur en tekening in knaagdieren van Dr. Marcel AG van der Heyden
http://www.ratbehavior.org/CoatColorMutations.htm
http://www.ratbehavior.org/CoatTypes.htm

Met dank aan Dr. Marcel AG van der Heyden. Hij schreef voor de N.K.V. jaarboek het artikel 'De Biologie van haarkleur en tekening in knaagdieren'. Dit artikel heeft als basis gediend voor de toelichting met betrekking tot de werking van haarkleuren.